Het nieuws van vorige week was zoals verwacht de lang verwachte aankondiging van de Amerikaanse president om zich terug te trekken uit dit akkoord. Niet zozeer om inhoudelijke redenen, maar het was één van zijn verkiezingsbeloften en het was de vorige president Obama die dit akkoord mee goedgekeurd had.
Dat Amerika nu al terugtreedt is paradoxaal genoeg op korte termijn wellicht goed nieuws want net zoals met de Britten in Europa kun je beter iemand kwijt zijn die niet echt mee wilt want anders zit je constant in de vechtzone. Het is natuurlijk wel triest dat één van de gidslanden (of dat zou het toch moeten zijn) en de tweede grootste vervuiler van de wereld zich vooral diplomatiek gaat isoleren.
Trouwens dat van die tweede grootste vervuiler is helemaal foutief want Amerika staat helemaal bovenaan qua energieverbruik per hoofd van de bevolking en dat maakt het des te erger.
Zoals gezegd kan het vertrek van de huidige Amerikanen ook iets goed veroorzaken, het kan de anderen gaan verbinden en niet alleen op klimaatvlak. Het huidig akkoord is gewoon niet sterk genoeg en het gaat ook niet ver genoeg. De drive is nu groot van landen als China, India en Europa om echt te proberen het akkoord verder uit te diepen.
Het gebrek aan een stok om te slaan in dit akkoord en de vrijblijvendheid waarmee men kan vertrekken zegt alles, het is een optie akkoord vol goede intenties, maar veel meer is het ook niet.
Belangrijker dan het geblat van dhr. Trump zijn de tendensen in de nog jonge duurzame markt waar nog steeds vooruitgang wordt geboekt in technologie. Vorige week was ik een dag bij de beurs Intersolar in München en vielen mij toch enkele zaken op. Eén van de opvallende nieuwkomers waren toch de vele batterij fabrikanten die allemaal hopen om een graantje mee te gaan pikken van de mogelijk toekomstige markt voor lokale kleinschalige opslag in combinatie met zonnepanelen.
Een hele zaal vol aanbieders van allerlei vormen van batterijen lijkt me vandaag wellicht nog wat veel van het goede gezien er geen enkel financiële onderbouwing is van dergelijke investeringen en nog veel minder aangepaste regelgeving om dit mogelijk te maken. Nochtans is het al een tijdje duidelijk dat de ingeslagen weg van meer zon en wind onmogelijk is zonder aanpassingen aan de manier waarop wij elektriciteit gebruiken en vooral gebruiken wanneer we het nodig hebben.
Het is natuurlijk mooi dat om 12:00u ‘s middags onze panelen veel opbrengen alleen is er dan geen verbruik in het huis gezien er niemand thuis is (lees veel minder verbruik).
Een andere evolutie in de zonnepanelen markt is het streven naar integratie in het dak zodat we verlost zijn van de vele lelijke daken waar nu lukraak panelen worden opgelegd. Dakpannen met zonnecellen geïntegreerd waren talrijk aanwezig en worden ook steeds competitiever en al zeker als je nieuw legt of je dak dient te vervangen. De overheid kan de komende jaren verplichten om te werken met deze geïntegreerde oplossingen zodat ons landschap en vooral het uitzicht zoveel mogelijk wordt beschermd.
Wat ook opviel was de overname van deze markt door de Chinezen en alleen maar Chinezen. Er zullen zeker nog andere fabrikanten zijn alleen gingen ze verloren in de zee van Chinese namen. Ook stonden er een beperkt aantal Belgische bedrijven waaronder jonge belofte bedrijven zoals enkele ondernemers uit Hasselt die samen met Imec een PID doos hebben ontwikkeld die degredatie tegengaat voor die panelen die last hebben van PID. Dat is kort gezegd het probleem van panelen die overdag elektriciteit opslaan en op één of andere mysterieuze manier moeilijkheden ondervinden om te ontladen waardoor de efficientie naar beneden gaat.
Wij hadden ook zo’n groot park dat er last van heeft en met deze technologie is het euvel zo goed als direct opgelost.
Verder ook nog enkele fondsen gesproken die interesse hebben om ons te ondersteunen in ons nieuw initiatief in onder andere Nederland om nog meer focus te leggen op de ontwikkeling van zon (en wind). Je ziet dat ook steeds meer installateurs van zonnepanelen ook parken gaan ontwikkelen om zo minder afhankelijk te zijn van de grillen van de markt en onderhevig aan concurrentie op de prijs. Hetzelfde geldt trouwens ook andersom gezien de marges flinterdun zijn om parken te kunnen ontwikkelen en overheden zeer scherp rekenen.
Ondertussen komen we steeds meer tot de conclusie dat er momenteel in België weinig valt te ontwikkelen en staan deze activiteiten dan ook op een heel laag pitje. Buiten nog wat windparken wacht iedereen op wat komen gaat en is het af te wachten of men in de Wetstraat begrijpt dat wij als land niet meer aantrekkelijk zijn om investeringen in duurzame energie te gaan ontwikkelen. Wellicht een uitzondering voor wind op zee, maar ook daar wachten de ontwikkelaars bang af of de overheid durft ingrijpen gezien de huidige tendens dat wind op zee gratis kan gebouwd worden of lees zonder subsidie.