Vorige week sprak ik nog met een burgemeester van een kleine stad die de ambitie heeft om de stad duurzamer te maken. Zij vroeg mij hoe de stad het best groene stroom projecten kon toelaten en eventueel zelf ontwikkelen. Tot haar verbazing begon ik niet over het produceren van energie maar over het besparen van energie. Daar we in België de energie langs daken en ramen buitengooien moeten we hier eerst werk van maken, vlieg maar eens boven een stad met een infrarood camera en je ziet de warmte/energie ontsnappen. Men zou een streefdoel moeten hebben en ook een uiterste datum. Daarna zou het als een verplichting gelden, als men de gemeenten bijvoorbeeld 15 jaar de tijd zou geven om alle daken te isoleren en alle ramen te voorzien van de beste isolatienormen dan bereikt men iets meetbaars. Qua isolatie zit België vandaag nog op het niveau van Griekenland. Verder spraken we ook nog over nieuwbouwwijken waar men vanuit de stad/gemeente toelating zou moeten geven om duurzame energie te produceren in wind, grondwarmte, micro-wkk, brandstofcellen e.d.. De gemeente/stad dient hierin het voorbeeld te geven en zelf haar onroerend goed als voorbeeld laten fungeren.
Deze week zag men ook dat de offshore windmolenparken toch gerealiseerd gaan worden of toch een deel ervan. Deze grootschalige experimenten(hiermee bedoel ik niemand kent de lange termijn effecten en het is ook nog nooit gedaan) hebben zeker hun doel ook al is de maatschappelijke kost hoog. Het is ook goed dat de overheid mee zou participeren daar deze projecten alleen maar kunnen doorgaan dankzij subsidie. Zo kun je toch nog voor een deel vestzak, broekzak toepassen(lees de overheid geeft subsidie via de certificaten en krijgt ook voor een deel de inkomsten, de burger betaald de certificaten via enerzijds het netwerktarief en anderzijds via zijn KWh verbruik op zijn factuur). Wat kost eigenlijk zo'n offshore windmolenpark aan de eindverbruiker/belastingbetaler per jaar? Even een ruwe rekening, men krijgt een garantie van 107€ per opgewekte MWh voor minimum 15 jaar. Bijvoorbeeld het Belwind project zal zo'n 550.000 MWh per jaar opwekken, maal 107€ is 58.850.000€(bijna 59 miljoen Euro per jaar). Dat is op 15 jaar tijd 885 miljoen Euro aan groene stroom certificaten opbrengst(geschatte productie zijn cijfers van Belwind, artikel uit de Tijd dd. 8 augustus 2009). De investering zelf bedraagt in totaal 614 miljoen Euro dus kan men stellen dat de subsidie de investering ongeveer terugbetaald(rekening houdend met de intresten die op de leningen dienen betaald te worden). De energie zelf houdt dus min of meer de winst in. Dat deze verkocht is aan Electrabel is niet helemaal een verrassing daar alleen spelers met veel productie dergelijke energie(wind is fatale energie, geen wind betekent dat men reserve capaciteit moet hebben om vraag en aanbod in balans te houden) kunnen verhandelen. Hier wringt een van de spreekwoordelijke schoentjes want door deze subsidie versterk je nog meer de dominante positie van een partij daar zijn energiemix optimaal(lees beter) wordt benut.
Men heeft de ambitie om minstens 2000 MW in zee te bouwen aan dezelfde voorwaarden dus kan men bovenstaande bedragen nog eens met een factuur 6 tot 7 vermenigvuldigen en dan komt men aan meer 5.5 tot 6 miljard Euro subsidie(over 15 jaar). Dit is gerekend zonder eventuele andere ondersteuning zoals deel gratis aansluiting op het Elia net, ecologie premies e.d..
Als men zegt dat 315000 gezinnen hiervan dus energie gaan krijgen dan dient men wel te weten dat deze stroom dus een mix is van kernenergie, gas, steenkool en wind(wind zal maximum 30% uitmaken).
Mijn collega Jacques heeft al enkele jaren geleden gezegd dat 3% duurzame energie de KWh prijs voor de gebruiker met 10% heeft laten stijgen. Met onze globale doelstelling van 20% groene stroom tegen 2020 zal onze factuur dus bijna verdubbelen als men andere subsidies hier bij rekent.(Subsidies voor isolatie, ecologiepremies, e.d..). Is dat erg, nee zolang iedereen dit maar beseft en hiermee akkoord gaat. Zelf vind ik dit een goede zaak op voorwaarde dat de verschillende overheden niet vergeten om ook de concurrentie te stimuleren en dit ook kunnen gaan opleggen als een eis. Bijvoorbeeld spelers die naast het verkrijgen van deze subsidies ook zouden optreden als leverancier naar de eindverbruikers markt toe krijgen voorkeur bij toekomstige projecten. Dit ook om de snelle jongens(lees goudzoekers) te weren uit de pure gesubsidieerde winsten zonder mee de maatschappelijke kost te dragen en iets terug te doen(lees meer concurrentie in de markt brengen).