Energie-Blog

André Jurres

Dat de Europese Commissie duidelijke doelstellingen heeft qua verduurzaming en het terugbrengen van de uitstoot van broeikasgassen is een beetje een open deur intrappen.  Er gaat altijd wel een lidstaat in oppositie maar men vergeet toch al snel dat het beleid dient goedgekeurd te worden in het Europees Parlement waar verkozenen inzitten van alle lidstaten.  Vervolgens gaat nieuwe regel- of wetgeving ook nog naar de individuele lidstaten om goedgekeurd en vooral geïmplementeerd te worden.

 

Dat België, en daarbinnen vooral de Vlaamse regering, één van de dwarsliggers is blijft een gemiste kans en lijkt toch meer op Calimero politiek.  Zonder enig alternatief denken aan te bieden zegt men gewoon nee tegen vele zaken die nodig zijn om een schoner en leefbaar milieu achter te laten voor de volgende generaties.  “Na ons de zondvloed” blijft toch een beetje het gevoel waar ik mee blijf zitten.  Een andere reden voor het gebrek aan geboden alternatieven is vooral te wijten aan een vorm van handelingsverlegenheid  bij de vele energie- en klimaatministers die België rijk is.  Er mag dan al een energieminister met juridische kennis van zaken over de energiesector op federaal niveau actief zijn het blijft omwille van de complexiteit van de uitdagingen toch een beetje dweilen met de kraan open.

 

De nieuwe concessies voor windparken op zee in Nederland, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Denemarken en ook de Verenigde Staten tonen bijvoorbeeld voor het eerst aan dat subsidie op de geproduceerde KWh niet meer nodig is.  Sterker nog er wordt nu zelfs voor het eerst geld van enige omvang in bijvoorbeeld Nederland gevraagd.  Kandidaten op IJmuiden Ver (2 keer 2 GW) kunnen tot 550 miljoen € bieden voor één concessie van 2 GW.  En daar blijft  het niet bij, de Nederlandse overheid eist dat aanbieders ook met oplossingen komen die systeem integratie oplossingen voorstellen.  Nederland toont hierbij de weg voorwaarts.  Alleen maar stroom opwekken en die op het hoogspanningsnet plaatsen gaat ons niet voldoende bevoorradingszekerheid geven.

 

Opvallend is ook dat België besloten heeft om zijn nieuwe concessies op zee te gunnen met een garantie van inkomsten. Dit wilt simpel samengevat zeggen dat als de prijs onder een bepaald niveau komt de overheid bijpast en als de prijs boven een bepaald niveau komt de eigenaar van het windmolenpark het verschil moet teruggeven aan de staat.  Het voorstellen van stabiliteit is wellicht nobel maar het verschil tussen België en andere landen en bij uitbreiding de Verenigde Staten blijft toch opvallend.

 

De Belgische overheid ziet blijkbaar geen probleem van systeemintegratie als je steeds meer wind op het hoogspanningsnet brengt, maar wellicht is het probleem in België ook veel kleiner gezien het windpotentieel beperkt is op zee gezien de korte kustlijn.  Positief is ook dat mogelijke nieuwe exploitanten van wind op zee in België toch een deel van de geproduceerde groene stroom buiten dit systeem kunnen brengen en gewoon volgens de markt kunnen werken of de stroom wegzetten in lange termijn afname overeenkomsten met grote bedrijven.

 

Zelf ben ik eerder voorstander van een normale marktwerking, waarbij ik opmerk dat  stabiliteit in de energiesector en dan vooral het duurzame gedeelte ook wel voordelen heeft.  Toch denk ik dat de toekomst voor wind op zee vooral via de markt zal lopen en niet via garanties en/of subsidies.  De marktprijs zou voldoende hoog moeten zijn of andere inkomsten met zich mee dienen te brengen zodat de grote investeringen ook een stabiel rendement geven.

 

Het vervangen van onze onstilbare honger naar fossiele grond- en brandstoffen vergt andere (holistische) oplossingen en hier neemt Europa gelukkig het voortouw door bijvoorbeeld nieuwe duurzame grondstoffen zoals groene waterstof een steuntje in de rug te geven.  Voor iedere nieuwe technologie zal steeds dergelijke ondersteuning nodig zijn.  Het potentieel van waterstof is veel groter en vooral noodzakelijk voor zowel de industrie als voor de zware mobiliteit.  Batterijen spelen daarbij ook een rol maar deze zijn vooral diep in het distributienet of in lichtere mobiliteitstoepassingen nuttig.  Vele bouwblokken staan in de steigers of beginnen zich net te ontwikkelen en geen één toepassing is overbodig tot het tegendeel bewezen is om onze weg naar een duurzame samenleving mogelijk te maken.

 

De uiteindelijke start van de nieuwe kernreactor in Finland  bewijst niet alleen nieuwe oplossingen belangrijk kunnen zijn.  Kernenergie was en blijft te belangrijk en kwetsbaar om in het handen te geven van privé bedrijven, maar de investeringen en draagvlak hiervoor in de samenleving moet hand in hand lopen met de keuzes die daartoe gemaakt worden.