Energie-Blog

André Jurres

Verschillende federaties en bedrijven uit de duurzame sector laten van zich horen en luiden de alarmbel.  Toch opvallend dat we op het eerste zicht op zo’n goede drie maanden van euforie naar alarm zijn geëvolueerd.  Nochtans zien we al langer de problemen op ons afkomen.  De grote stijging van investeringskosten van het laatste jaar tot wel 40% stijging zijn door de diverse overheden gemakshalve grotendeels genegeerd.

 

Alleen de Belgische minister van energie heeft al publiekelijk gezegd dat ze extra garanties gaat geven om ervoor te zorgen dat de investeringen voor wind op zee terug rendabel worden.  Duitsland, Nederland en Engeland zijn nog niet zover en proberen of hopen dat het wel mee zal vallen.

 

Het gratis geld is het laatste jaar verdwenen en heeft plaats gemaakt voor normale intresten als je geld gaat lenen, echter de miljarden die nodig zijn om wind op zee te bouwen hebben geen marge om ineens 5% intrest te gaan betalen.  De overheden hebben de laatste jaren de subsidies steeds verder dichtgeknepen omdat de investeringskosten per MW naar beneden gingen.  Deze race naar de zogenaamde bottom is een tijdlang goed gegaan maar veel te snel.

 

De fabrikanten kunnen hun ontwikkelingskosten niet terugverdienen en werden gedwongen om steeds sneller groter te gaan bouwen.  De windmolens reiken stilaan tot aan de hemel maar fabrikanten schrijven toch vooral rode cijfers.  De grondstoffen om bijvoorbeeld staal mee te maken zijn immers een stuk duurder geworden, zo kom je in een spiraal waar het niet langer rendabel is om wind op zee te bouwen.

 

Net op tijd begon de overheid te eisen dat aanbieders van wind op zee ook nadachten over systeemintegratie zodat alle geproduceerde wind op zee nuttig gebruikt wordt en niet per se het hoogspanningsnet op gaat wanneer het niet nodig is.  Het huwelijk tussen wind op zee en groene waterstof productie heeft grote potentie alleen dien je deze dan wel als één te beschouwen.

 

Wat gebeurt er op hetzelfde ogenblik dat systeemintegratie zijn intrede doet en oplossingen voor de productie van groene waterstof en batterijen op land als bruid voor wind op zee fungeren?  De transportkost om de wind geproduceerd op zee aan land te krijgen explodeert.  De kortzichtigheid van in dit geval de hoogspanningsnetwerkbeheerders is opvallend te noemen daar ze zelf zoeken naar bedrijven die toch mee willen helpen om het netwerk stabiel te houden.  De smeekbede aan bedrijven om vrijwillig af te schakelen wanneer het stroomnet het moeilijk heeft is te begrijpen, maar helaas niet interessant voor de meeste bedrijven daar de beloning hiervoor verwaarloosbaar is.

 

Alle schuld op de netbeheerders steken zou echter niet juist zijn want ze hebben wel degelijk grote investeringen te doen de komende decennia en weten niet beter om dit in het transporttarief te brengen.  Dat hierdoor transport erg duur wordt is voor hun niet echt een probleem gezien er een natuurlijk monopolie voor deze activiteit bestaat.  De industrie kijkt erna en vraagt zich toch echt af of de regeringen wel daadwerkelijk willen verduurzamen en de weg vrijmaken voor een elektrificatie van onze industrie.  

 

De groene stroom prijs is al jaren veel duurder dan zijn fossiele tegenhangers en het wordt eerder erger dan beter.  De biedingen voor wind op zee gaan vele duizenden ontslagen tot gevolg hebben omdat je geld nu eenmaal maar één keer kan uitgeven.

 

Is men de les uit begin jaren tweeduizend vergeten toen men op zes maanden tijd een slordige 100 miljard Euro van de mobiele operatoren afhandig heeft gemaakt voor de zogenaamde 3G frequenties?  Nog geen jaar later vielen honderdduizenden ontslagen in de telecom sector welke vervolgens twintig jaar heeft nodig gehad om te recuperen en met verlies van vele gereputeerde bedrijven onderweg.

 

Wat moet er dan snel gebeuren?  De Belgische minister voor energie geeft het goede voorbeeld door direct boodschappen te geven die stabiliteit kunnen brengen in de transitie.  Andere regeringen in Europa zullen haar voorbeeld moeten volgen anders valt de uitbouw van wind op zee, productie van groene waterstof, batterij opslag, etc.… grotendeels stil.  De kans is daarbij groot dat subsidie op korte termijn voor wind op zee terug nodig zal zijn, er zal meer subsidie bij nieuwe ontwikkelingen moeten gaan zoals de grootschalige productie van groene waterstof en de netbeheerders moeten kunnen rekenen op een soort Deltaplan voor infrastructuur die via staatsobligaties kan worden aangegaan, etc..

 

Duur?  Dat lijkt maar zo, Europa heeft vorig jaar meer dan 800 miljard Euro betaald voor de import van fossiele brandstoffen en grondstoffen. Dit jaar is het gelukkig nog maar een kleine 400 miljard Euro:-).  De export van onze centen naar twijfelachtige regimes zorgt ervoor dat deze landen oorlog kunnen voeren.  Dat de transitie volgens sommige tot 2000 miljard Euro kan kosten mag dan als veel klinken, maar zoveel geven we op vijf jaar uit aan fossiele brandstoffen.

 

Zelf denk ik dat het bedrag fors hoger ligt maar dan nog is het rendement op termijn goed.  Als we onze import jaarlijkse met meer dan de helft over een periode van twintig jaar naar beneden kunnen krijgen dan is dit een veel grotere besparing dan de meerkosten van niets doen.  Buiten de noodzaak dat het houden van een leefbaar klimaat toch op de eerste plaats zou moeten staan ongeacht de kost.  Het alternatief is er niet.