In Nederland wordt al gevreesd voor een teveel aan groene stroom gezien onder andere de stroomnetten het volume nu al niet meer kunnen slikken. Enige duiding is echter op zijn plaats gezien we nog maar het begin staan van de verduurzaming van onze energiehuishouding.
Er is niet te veel groene stroom, de momenten van vraag en aanbod naar groene stroom sluiten niet op elkaar aan. De Nederlandse infrastructuur is gebaseerd op aardgas. Er gaat 5 keer zoveel energiewaarde door het aardgasnet dan door het elektriciteitsnet. Het voordeel van aardgas is dat het makkelijk is op te slaan. Elektriciteit kan worden opgeslagen in grootschalige batterijen, maar die hebben maar een bepaalde opslagcapaciteit.
Het uitbreiden van het elektriciteitsnetwerk, om de industrie en huishoudens te laten overstappen van fossiele brandstoffen zoals aardgas en benzine en diesel voor auto’s en vrachtwagens, vergt een onmogelijke uitbreiding van het stroomnet. Momenteel zitten diverse provincies reeds op slot voor uitbreiding van een elektriciteitsaansluiting of terug levering op het elektriciteitsnet.
Om het aanbod van elektriciteit uit wind en zon te laten overeenkomen met de vraag naar elektriciteit is noodzakelijk dat de industrie en huishoudens worden ingericht op productie en vraag naar elektriciteit wanneer het hard waait of de zon schijnt. Dit vergt een moeilijke gedragsverandering. Daarnaast moet worden ingezet op alle soorten opslag van elektriciteit. Het uitzetten van wind- en zonneparken vanwege een te groot aanbod aan stroom is zonde. Dit moet worden opgeslagen in batterijen, warmte (e-boilers) en waterstof. Alleen op die manier kan de energietransitie slagen.
Groene waterstof heeft het grootste potentieel omdat het lang kan worden opgeslagen in zoutcavernes en het aardgasnetwerk hier in grote mate voor gebruikt kan worden. Daarmee voorkom je dat je elektriciteitsnetwerk fors moet uitbreiden, door het bestaande aardgasnetwerk geschikt te maken voor groene waterstof. Echter, groene waterstof staat nog aan het begin van zijn groei net zoals zonnepanelen en windmolens 15 jaar geleden. Maar nu zien we dat windmolens op zee gebouwd kunnen worden zonder subsidie en huishoudens massaal zonnepanelen aanschaffen. Zo moet er ook vol worden ingezet op het ondersteunen van batterijen, e-boilers, groene waterstof.
We zijn in Nederland nog maar pas begonnen met de energietransitie. De afgelopen 15 jaar hebben we 3,5 GW aan windmolens op zee gezet. We willen in 2030 21 GW op zee hebben staan. De 3,5 GW nu is niet genoeg om bijvoorbeeld eenTata Steel te verduurzamen. Slechts 7% van onze auto’s is elektrisch en in 2026 mag er alleen nog een warmtepomp op elektrisch worden aangeschaft. De plannen van verdere verduurzaming kunnen niet worden gerealiseerd als vraag en aanbod van elektriciteit, door gedragsverandering, accu’s, e-boilers of waterstof op elkaar worden aangesloten. Het verder realiseren van opwek van elektriciteit door wind en zon, zou verplicht hand in hand moeten gaan met het realiseren van opslag van elektriciteit om het energiesysteem overeind te houden.
Alvorens met een aantal getallen te komen is het goed om even stil te staan waarom men momenteel zo worstelt met de weg voorwaarts. Het begint eerst en vooral door een gebrek aan visie die aan de oorzaak ligt van de huidige problemen van de netbeheerders. Het neergooien van zeer grote zonneparken op vooral buitengebieden waar geen lokale afnemers zijn is één van de problemen, de prijzen voor fossiele grondstoffen systematisch laag houden is een ander gegeven.
De vele goedbedoelde rapporten met geruststellende cijfers zoals uit de Regionale Energie Strategie zijn misleidend want gaan niet verder dan de opsomming van totalen voor het installeren van zon en wind. Er werd daarbij echter geen enkele rekening gehouden met systeemintegratie en de kost daarvan. Zon en wind zijn op zich beschouwd goedkope energie alleen moet je de hele systeemkost meenemen in je berekening en vooral ook het haalbaarheidseffect ervan en de vertraging die optreedt in de uitvoering. Integrale benadering bij dit vraagstuk is een must.
Minister Jetten heeft overschot van gelijk als hij nu als één van de oplossingen voorstelt om zonnepark ontwikkelaars tegelijkertijd te verplichten om het net te ontlasten door te investeren in opslagmiddelen zoals batterijen. Dat Nederland nu al 30 GW zon heeft opgesteld in enkele jaren is vooral te danken aan de beschikbare subsidie en veel minder als onderbouwde oplossing naar een systeemintegratie toe die rekening houdt met het evenwicht tussen aanbod en afname. Alleen blijft het toch een beetje een verkeerde oplossing zonder onderbouwing van een heldere eenduidige lange termijnvisie.
De ambitie om in Nederland 70 GW wind op zee te plaatsen is niet te veel, maar zelfs schromelijk te weinig als je in systeemintegratie termen denkt. Het vervangen van alle fossiele brandstoffen voor zowel de industrie, mobiliteit als de bebouwde omgeving vergt veel meer energie en niet minder.
Als we bijvoorbeeld een staalfabriek willen verduurzamen door groene waterstof dan heeft dit bedrijf jaarlijks zo’n 400.000 ton nodig. Hiervoor heb je al zo’n 5 tot 6 GW wind op zee nodig. Met de toename van groene stroom zal dit wellicht nog wat kunnen dalen omdat zo het aantal draaiuren van de groene waterstof fabriek omhooggaat, maar de grootorde is gezet.
Mobiliteit is ook een punt van aandacht, heel het wagenpark, zowel vrachtwagens, bussen als personenwagens, op elektriciteit omschakelen is een nobel doel maar niet realistisch. Zowel de huidige stroomnetten kunnen dit niet aan maar ook de grondstoffen om op korte termijn al die batterijen te maken zijn niet voorradig. Of gaan we ons van Russisch gas en olie uit de OPEX landen nu ineens afhankelijk maken van één land genaamd China?
Enkele voorbeelden, een vrachtwagen van 40 ton verbruikt ongeveer 10 kg waterstof per 100 km, er zijn 146000 zware vrachtwagens in Nederland die gemiddeld 100.000km per jaar rijden. Als je dus alle zware vrachtwagens van diesel naar waterstof wilt krijgen heb je jaarlijks ongeveer 14.6 miljoen ton waterstof nodig. Neem nu nog maar de helft doordat niet alle vrachtwagens zoveel rijden en je sommige elektrisch gaat laten rijden, dan kom je nog aan gemakkelijk 7,5 miljoen ton waterstof per jaar. Alleen daarvoor zou je al zo’n 100 GW aan wind op zee moeten hebben om voldoende brandstof te maken voor alleen de verduurzaming van het vrachtvervoer op de weg. Nemen we daarna ook nog de scheepvaart, luchtvaart en het personenvervoer erbij en het mag duidelijk zijn dat we nooit voldoende eigen duurzame energie kunnen opwekken voor onze eigen energiebehoefte. Import zal nodig maar niet eenvoudig zijn en al zeker niet goedkoper dan lokaal geproduceerde groene waterstof.
Dus zonder een visie die rekening houdt met systeemintegratie over de hele energiewaardeketen is de verduurzaming gedoemd om te mislukken en gaan we van de ene afhankelijkheid van onfrisse regimes naar een andere afhankelijkheid namelijk die van andere wellicht meer aangename regimes met er bovenop ook nog een jaarlijkse export van ons geld van vele honderden miljarden Euro’s in Europa. Wat we daarbij vooral niet mogen vergeten is dat het doel de reductie van broeikasgassen is en niet een wedren om maar zoveel mogelijk zon en wind te installeren.