Febeliec, de federatie van de industriële energieverbruikers, staat deze week aan de Klaagmuur. Na een enquáªte onder een aantal van hun leden is nogmaals duidelijk geworden dat vooral onze bedrijven het gelag betalen van de slechte liberalisering van de energiesector. Hun energiekost(elektriciteit) verdubbelde ongeveer sinds 2002 en dat geeft terecht redenen tot bezorgdheid. Wat vooral opvallend is dat onze elektriciteitskost sneller gestegen is dan in de omringende landen. Ondanks onze vooral nucleaire opgewekte energie(zeker voor de zware industrie) profiteren onze grote bedrijven niet van deze afgeschreven centrales die hun kost de laatste zeven jaar goed onder controle hebben kunnen houden. Hoewel dhr. Claes(bestuurder van Febeliec) gelijk heeft als hij zegt dat we efficiënte maatregelen nodig hebben in West-Europa dienen we eerst te beginnen in eigen land. Ook is het belangrijk dat organisaties als Febeliec met eigen oplossingen komen. Hiermee bedoel ik dat men onderbouwde oplossingen moet aandragen aan de politiek en bereid moet zijn om ook zijn steentje bij te dragen indien investeringen nodig zijn. Sowieso was en is de liberalisering ook een opportuniteit voor de zware/grote industrie om zelf te investeren in zijn energiebehoefte. Een aantal van hun doen dit ook maar het is te gefragmenteerd daar het vaak persoonlijk initiatieven zijn van bedrijven. Koepelorganisaties zouden moeten proberen om hun leden te bundelen en samen initiatieven te ontwikkelen. Enkele grootverbruikers hebben dit enige tijd geleden geprobeerd zijnde beter bekend als de leden van Blue Sky. Dit initiatief van de 7 grootste verbruikers van ons land is ook gestorven of uit het oog verdwenen na enkele forse uitspraken. De oorzaak hiervan is niet duidelijk maar het gebruikelijke verdeel en heers politiek kan aan de oorzaak leggen. Bedrijven die dreigen om zelf grootschalige initiatieven op te zetten krijgen meestal een extra korting van hun leverancier, zijnde de historisch dominante marktpartij, waardoor dergelijke tijdelijke samenwerkingsverbanden uit elkaar vallen. Grote bedrijven hebben meestal hun eigen strategie en agenda en zijn al lang blij als de dominante marktpartij snel extra korting geeft en gooit men zijn voornemens weer drie jaar overboord. De stelling dat ook de taksen en heffingen zijn toegenomen voor de grote industrie is voor een deel correct, men vergeet echter te zeggen dat zij wel vrijgesteld worden van een aantal heffingen of er wordt een plafond ingebouwd voor deze kosten. Als men zo verder blijft doen bij koepelorganisaties als Febeliec dan zullen hun leden binnen tien jaar constateren dat de energierekening minstens weer verdubbeld is(zeer voorzichtige inschatting) De leden van deze organisatie zijn samen sterk genoeg om investeringen te doen in delen van de energieketen zodat ze meer controle krijgen over de eindprijs. Dit gaat bijvoorbeeld dan zowel in investeringen in grootschalige opwek(grijs of groen) als kleinere decentrale opwek maar ook in het samenbrengen van hun energieportfolio en dit als een portfolio te gaan bekijken. Zonder te pleiten dat ze zelf leverancier worden zouden ze ervoor kunnen kiezen om via bijvoorbeeld Febeliec een eigen energie organisatie op te zetten. Die zou het gezamenlijk portfolio gaan beheren en ook investeringen kunnen voorstellen in eigen productie waar nodig om het portfolio beter te kunnen beheren.